Hardwareonderhoud

De 4-bay Rackmount NAS heeft een enkel chassis met zijn eigen deksel. Bekijk onderstaande details voor de locatie van de hardwaremodules en vervanging indien van toepassing. Raadpleeg de garantie van het product (http://www.seagate.com/support/warranty-and-replacements/limited-consumer-warranty/) voordat u reparaties of onderhoud uitvoert aan de hardware die niet in deze handleiding worden beschreven.

Voorzorgsmaatregelen

• Voorafgaand aan het hardwareonderhoud dient u het product uit te schakelen en de stroomtoevoer los te koppelen. Schakel de NAS uit met het NAS OS voordat u de stroomkabels loskoppelt. Indien u geen toegang kunt krijgen tot het NAS OS, druk dan op de aan-uitknop, of, in uitzonderlijke gevallen, schakel de stroomtoevoer uit.
• Alle geleverde hardware (inclusief de geïnstalleerde schijven in hun frames) behoort tijdens de werking op zijn plek te zitten voor een optimale luchtstroom.
• Volg alle conventionele ESD-voorzorgsmaatregelen op tijdens het werken met de onderdelen van de 4-bay Rackmount NAS. Vermijd contact met componenten en moduleconnecties, etc. op de achterzijde.
• Het bovenste deksel dient alleen verwijderd te worden wanneer de unit uitgeschakeld is en tijd heeft gehad om af te koelen. Onder andere draaiende ventilatoren en hete oppervlakken kunnen bij het openen van het deksel gevaar opleveren indien het apparaat niet eerst is uitgeschakeld.

Harde schijf toevoegen/vervangen

U kunt een defecte schijf vervangen of opslag uitbreiden met een harde schijf met meer capaciteit. Schijven in beschermde RAID-volumes zijn hot-swappable (bijv. SimplyRAID, RAID 1, RAID 5 en RAID 6). Het is echter niet mogelijk om meer dan een schijf tegelijk te hot-swappen. Indien u meerdere schijven in een volume wilt vervangen, wacht dan tot de synchronisatie is voltooid voordat u de volgende schijf vervangt.

1. Druk de vergrendelingsknop van de schijf in om de hendel te openen en verwijder de schijftray.
   
2. Verwijder de placeholder indien de schijftray leeg is.
   
3. Verwijder de vier schroeven indien de tray een schijf bevat, en verwijder de schijf uit de tray.
   
   
4. Plaats de nieuwe schijf in de tray. Controleer of de SATA-aansluiting zich aan de achterzijde bevindt.
   
5. Bevestig de schijf in de tray met de vier schroeven.
6. Plaats de schijf in de lege NAS-bay. Plaats de schijf zo ver mogelijk in de lege bay voordat u de traybeugel sluit.
   
7. Schakel indien nodig de NAS in.
   
8. Beheer de nieuwe opslag met NAS OS.

Chassis

Open het deksel aan de voorkant

1. Schakel met behulp van het NAS OS de NAS uit en koppel de stroomvoorziening los. Wacht tot de componenten volledig zijn afgekoeld voordat u doorgaat naar stap 2.
2. Verwijder de vier schroeven van de deksel.
   
3. Til het deksel op en verwijder het uit de NAS.
   

Chassisinformatie

1. Ventilatoren (x2)
2. Batterij
3. Processor (CPU)
4. Geheugen (RAM)
5. Stroomvoorziening

Geïnstalleerde onderdelen

De achterkant van de behuizing wordt geleverd met het volgende:

• Batterij: lithiumbatterij van 3 volt (CR2032)
• Dual-core 2.13 GHz Intel® 64-bits Atom®
• RAM: 2 GB DDR3 SO-DIMM 1333 MHz
• Stroomvoorzieningen: 100 tot 240 VAC, 50 tot 60 Hz

De batterij vervangen

BELANGRIJK: wees voorzichtig bij het vervangen van de batterij:

• Er bestaat een groot risico op explosie als de batterij door een onjuist batterijtype wordt vervangen.
• Gooi batterijen weg volgens de wettelijke regels die binnen uw regio van toepassing zijn.

1. Schakel het systeem uit, ontkoppel de stroomtoevoer en neem het deksel weg, zoals hierboven beschreven.
2. Vind de batterij.
3. Gebruik één hand om het bevestigingsklemmetje van de batterij weg van de batterij te drukken en gebruik de andere hand om de batterij uit zijn vakje te tillen.
4. Plaats de vervangende batterij in het batterijvakje.

De DIM (RAM) vervangen

BELANGRIJK: wees voorzichtig bij het vervangen van de DIMM:

• Zorg ervoor dat u het juiste type gebruikt.
• Open voorzichtig de bevestigingsclips.
• Zorg ervoor dat u de socket op het moederbord en de inkeping van de DIMM niet beschadigt.

1. Schakel het systeem uit, ontkoppel de stroomtoevoer en neem het deksel weg, zoals hierboven beschreven.
2. Druk de bevestigingsclips naar buiten om de DIMM uit de socket te verwijderen. De DIMM komt omhoog.
   
3. Houd de DIMM vast bij de zijkanten en til het uit de socket.
   
4. Plaats de vervangende DIMM onder een verticale hoek in de socket. Zorg dat de inkeping van de DIMM overeenkomt met de pin van de socket.
   
5. Druk de DIMM voorzichtig in de socket. De DIMM is correct geplaatst als u de bevestigingsclips hoort klikken.