Heeft deze informatie u geholpen?
Hoe kunnen we dit artikel nog verbeteren?
Beheer de netwerkinstellingen op uw NAS OS-apparaat.
De tabel bevat de algemene netwerkinstellingen voor de LAN-poorten, waaronder:
Plaats de cursor uiterst rechts van de LAN-poort om het uitvouwmenu Bewerken zichtbaar te maken en de instellingen te bekijken of te wijzigen. U kunt vervolgens kiezen:
Belangrijke informatie over de netwerkadressering: wijzigingen aan het IP-adres moeten overeenkomen met de waarden van de router en/of het netwerk. U kunt het contact met uw NAS verliezen wanneer u adressen invoert die niet beschikbaar zijn in uw netwerk.
De pictogrammen van de twee LAN-poorten op het tabblad Verbindingen geven de verbinding met het netwerk aan. Een pictogram wordt gemarkeerd wanneer de cursor over de poort beweegt.
Seagate NAS OS ondersteunt poortaggregaties voor NAS met twee of meer LAN-poorten. Bekijk onderstaande instructies om te leren hoe u de NAS configureert voor poortaggregatie.
Belangrijke informatie over het verbinden van beide LAN's: wanneer u beide LAN-poorten verbindt met een of meer routers, dient u uw NAS OS-apparaat te configureren voor meerdere netwerken, lastenverdeling of fouttolerantie. Als u beide poorten ingeschakeld houdt zonder dat u een brug of verbinding creëert, kan dit problemen veroorzaken voor de netwerkidentificatie door de NAS OS-apparatuur, waardoor het apparaat zijn IP-adres kan kwijtraken.
De NAS kan door twee afzonderlijke netwerken worden gedeeld.
Iedere LAN-poort moet een uniek IP-adres hebben. De subnetten van de IP-adressen zullen bijvoorbeeld verschillen om de verbinding met de twee afzonderlijke netwerken aan te geven. De subnetten bestaan uit het derde genummerde segment. Het subnet van het adres 192.168.3.20 is //3//.
IP-adressering: u kunt de IP-adressen voor de LAN-verbindingen handmatig configureren door Bewerken te selecteren.
Configureer beide ethernetpoorten om samen te werken zodat snelheden kunnen worden behaald die 1,5 x hoger zijn dan één LAN-verbinding. U kunt ook beveiliging toevoegen in het geval één van de ethernetkabels of -poorten defect raakt.
Zorg ervoor dat uw router de aggregatie van koppelingen ondersteunt voordat u de onderstaande aanwijzingen opvolgt:
In het veld Naam kunt u de standaardnaam wijzigen. Het aan elkaar koppelen van twee LAN-poorten creëert een gecombineerd IP-adres (DHCP of Handmatige configuratie). Kies Handmatig om alle velden in te vullen wanneer u handmatig een adres wilt creëren. Het IP-adres moet overeenkomen met de waarden van uw netwerk. Kies Voltooien om het samenkoppelen van de LAN's te voltooien.
De twee LAN-poorten worden als één poort weergegeven op het tabblad Verbindingen.
Configureer de fouttolerantie om uw NAS met het netwerk verbonden te houden, zelfs wanneer één ethernetpoort of kabel defect raakt. Zorg ervoor dat uw netwerkrouter de aggregatie van koppelingen ondersteunt voordat u onderstaande aanwijzingen opvolgt.
Opmerking over failover voor koppelingen versus fouttolerantie: zowel de koppelingen als de fouttolerantie kunnen de productiviteit handhaven in het geval één LAN defect raakt (bijv. de poort, routerpoort, kabel enz.). Wanneer een LAN in een koppeling voor lastenverdeling defect raakt, kan het enkele minuten duren voordat de NAS naar de enkelvoudige LAN-modus schakelt. Fouttolerantie schakelt direct, waardoor de communicatie met de NAS ononderbroken blijft.
Een ster naast het LAN-nummer geeft de primaire ethernetpoort aan. De primaire ethernetpoort:
LAN-interface en de Seagate Network Assistant: LAN-poort 1 moet geactiveerd zijn om de Seagate Network Assistant te gebruiken.
U kunt de rol van de primaire poort opnieuw toewijzen. (Beide poorten moeten met het netwerk zijn verbonden om toewijzing van prioriteit te wijzigen.)
Een proxyserver wordt gebruikt om netwerkapparaten met het internet te verbinden. Uw NAS kan zo nodig worden geconfigureerd om gebruik te maken van een proxyserver.
Zie MyNAS.
Gebruik deze pagina om de port forwarding van uw NAS te beheren.
Internettoegang, bestandservices (bijv. SMB, AFP, NFS) en programmaservices (bijv. externe toegang (zie MyNAS), downloadmachine, e.d.) maken gebruik van de poortnummers op de NAS en de netwerkrouter. Automatische port forwarding is standaard ingeschakeld en de poortnummers zijn identiek voor zowel de kolommen van de NAS-poort als de Routerpoort.
In de meeste gevallen helpt automatische port forwarding u bij het verkrijgen van services op het NAS. Netwerkbeveiliging van enterprisekwaliteit of de beschikbaarheid van poorten op uw router kunnen toegang tot poorten echter verhinderen. Daarom kan het nodig zijn de nummers van de routerpoort voor service handmatig te wijzigen. Voordat u de nummers op dit tabblad wijzigt, dient u te controleren of de poorten die u wilt gebruiken beschikbaar zijn op uw router. Wanneer u bijvoorbeeld de downloadmachine wilt wijzigen naar routerpoortnummer 8800, controleer dan of poort 8800 beschikbaar is op uw router en aan uw NAS is toegewezen. Daarnaast moet uw router compatibel zijn met UPnP-IGD/NAT-PMP-protocollen. Raadpleeg de handleiding van uw router voor details.
Om de routerpoort voor een service op de NAS te wijzigen, kiest u de waarde hiervan in de kolom Routerpoort.
Om port forwarding voor een service uit te schakelen, plaatst u de cursor uiterst rechts van de bijbehorende kolom om het uitvouwmenu Bewerken zichtbaar te maken en kiest u Deactiveren.
Opmerking bij services in het tabblad Port forwarding downloadmachine en andere services zullen na activering zichtbaar worden op dit tabblad.